Skip to main content
Ons werkgebied: Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest, Velsen-Noord, Wijk aan Zee
  • Tips & advies

  • Botulisme

    Bron: Opvang Noach

    De meeste mensen denken dat botulisme alleen in de zomer voorkomt. Helaas is dit niet het geval. Het komt het gehele jaar voor, alleen is het aantal gevallen veel minder dan in de zomermaanden.

    Wat is botulisme?
    Botulisme is één van de drie meest voorkomende ziekteproblemen van wilde vogels. Elk jaar zijn vele vogels verlamd of gaan dood door vergiftiging die veroorzaakt wordt door de bacterie Clostridium botulinum. Deze bacterie produceert onder ‘gunstige’ omstandigheden toxine (gif), dat bij besmette dieren in eerste instantie verlammingsverschijnselen veroorzaakt. Twee van de zeven gifstoftypes die bekend zijn, veroorzaken gewoonlijk sterfte bij wilde vogels; één van deze, type C, veroorzaakt meestal vele doden onder de eenden, terwijl type E voornamelijk meeuwen en duikeenden treft.

    Welke soorten worden besmet?
    Een grote variatie aan vogels en sommige zoogdiersoorten zijn gevoelig voor het type C botulismegif. Onder de wilde vogels zijn watervogels (eenden, ganzen, zwanen) en waadvogels het meest het slachtoffer.

    Zijn mensen en huisdieren gevoelig voor botulisme?
    Over het algemeen is botulisme niet gevaarlijk voor mensen, honden en katten. Gevaarlijk voor mensen zijn de volgende -gelukkig zeldzame- typen botulisme: A, B, E en F. Voor het eveneens weinig voorkomende type D zijn vooral runderen vatbaar. Als een met botulisme besmet kadaver lang blijft liggen, kunnen hierin ook de voor de mens gevaarlijke typen botulisme B en E ontstaan, zich vermeerderen en toxine vormen.

    Wat veroorzaakt botulisme-epidemieën?
    De bacterie die botulisme veroorzaakt kan zich alleen onder bepaalde omstandigheden vermenigvuldigen. Dat vermenigvuldigen gebeurt dan erg snel. Gunstige omstandigheden voor botulisme zijn:
    • Een eiwitrijk milieu (dode vogels of vissen, vooral als deze in het water liggen).
    • Water dat tussen de 15 ºC en 35 ºC ligt (ondiepe, stilstaande wateren en plasjes).
    Botulisme verspreidt zich snel via dode dieren. De infectie met botulisme gebeurt door het opnemen van weefseldeeltjes van dode dieren of van vliegenlarven (maden), die afkomstig zijn uit dode, besmette dieren. De bacterie wordt ook wel rechtstreeks uit de bodem opgenomen.

    Hoe kan men botulisme herkennen?
    Botulisme tast het zenuwstelsel aan en veroorzaakt spierverlamming. Eén van de eerste signalen die opvalt is dat de vogels niet kunnen vliegen. Daarna raken de spieren in de poten verlamd en bewegen de vogels (eenden) zich voort over water- en moddervlaktes met behulp van hun vleugels. Verlamming van het derde ooglid en de nekspieren volgen. Deze twee signalen zijn het makkelijkst te herkennen in verband met botulisme. Als ze dit stadium hebben bereikt, verdrinken de vogels tenslotte. Vogels die niet verdrinken of gevonden worden, sterven op de kant alsnog aan ademhalingsstoornissen als de verlamming zich verder door het lichaam verspreidt.

    Kunnen zieke vogels behandeld worden?
    Ja, de zieke vogels kunnen veelal gered worden, als ze direct nadat ze gevonden zijn, naar de opvang worden gebracht. Bovendien vormen ze na genezing geen gevaar meer voor hun omgeving.

    Kunnen botulisme-epidemieën voorkomen worden?
    Elke dode watervogel of vis vormt een mogelijke bron van besmetting die maandenlang kan aanhouden en moet daarom zo snel mogelijk worden opgeruimd.

    Wat kunt u doen als u een botulismeslachtoffer vindt?

    • Pak de zieke vogel voorzichtig op en leg hem in een doos. Leg onderin een handdoek.
    • Raak de vogel niet aan, pak hem op met handschoenen aan of een plastic zak om de handen. Hebt u geen handbescherming, was uw handen dan goed nadat u de vogel heeft aangeraakt.
    • Geef de vogel geen voedsel of water.
    • Breng de vogel naar een vogelopvangcentrum of laat de dierenambulance de vogel ophalen zodat zij die naar een vogelopvangcentrum kunnen brengen.
    • De vogel heeft de meeste overlevingskans als hij direct naar het dichtstbijzijnde vogelopvangadres wordt gebracht. Daar krijgt hij de deskundige hulp die hij nodig heeft.
    • Probeer niet zelf voor de vogel te zorgen.
  • Wat is chippen?

    Bron: NDG

    Een chip, of transponder, is een buisje zo groot als een rijstkorrel dat door de dierenarts met een naald onder de huid van uw huisdier wordt gebracht, meestal in de nek. Het inbrengen van de chip (het chippen) is relatief pijnloos voor het huisdier en te vergelijken met andere injecties.
    In de chip zit een microchip waarop het registratienummer is opgeslagen. Met behulp van een speciaal afleesapparaat kan dit registratienummer worden afgelezen. De chip doet verder niets in uw huisdier. Er zit geen batterij of andere energiebron in.

    Waarom chippen?
    Ieder jaar lopen in Nederland vele tienduizenden katten, honden en andere huisdieren weg. Veel van deze huisdieren keren nooit meer terug naar huis. Vaak komen deze dieren terecht in een asiel. Maar andere blijven voor lange tijd op straat zwerven omdat niemand weet van wie ze zijn. Daardoor wordt het terugvinden van hun huis bijna onmogelijk.
    Met een geregistreerde chip is uw huisdier altijd naar huis terug te herleiden.
    Elke chip die bij een dier wordt ingebracht kan worden geregistreerd bij de NDG. Met deze registratie worden uw gegevens direct gekoppeld aan uw huisdier. Dierenambulances of dierenartsen kunnen er dan voor zorgen dat uw huisdier snel weer bij u thuis is.
    Naast het terugvinden van uw huisdier is identificatie en registratie ook nuttig bij het tegengaan van malafide handel en bij het bestrijden van dierziekten.
    Ook in het geval dat u uw huisdier wilt verzekeren is een chip verplicht.

    Chip en registreer uw dier

    Wij hebben vrijwilligers die zijn opgeleid om dieren te chippen, ons chipteam. Ons chipteam kan uw dier bij ons of bij u thuis chippen. Maak een afspraak via telefoonnummer 0251-215454. Of vul onderstaand formulier in. Ons chipteam neemt dan zo snel mogelijk contact met u op.
    De kosten voor het chippen zijn € 20,- op de locatie en € 25,- bij u thuis. We houden regelmatig chipacties. U kunt uw dier dan voor een gereduceerd tarief laten chippen.

  • Dieren in hete auto

    Een ‘hot item’ is een dier dat in een hete auto wordt achtergelaten.
    Wij hebben hier helaas ook mee te maken. Het gaat meestal om een hond, maar er kan ook sprake zijn van een kat, vogel, ander dier of een kind.
    Als u een dier in een hete auto ziet, neem dan direct contact met ons op.

    Eerste hulp bij oververhitting

    • Verwijder strakke halsbanden of vlooienbanden.
    • Koel het dier langzaam af door lauw water (geen ijskoud water) over poten, buik, liezen, oksel en oren te gieten.
    • Leg natte handdoeken op deze plekken en maak de handdoeken regelmatig nat.
    • Indien aanwezig: gebruik alcohol op plaatsen waar de beharing dun is (liezen, oksels, oren) voor een sneller afkoelend effect.
    • Als het dier bij bewustzijn is en wil drinken, bied kleine beetjes water aan.
    • Ga naar een dierenarts.
  • Eendjes voeren is niet zo leuk

    Bron: Stichting Vogelopvangcentrum Zaanstreek

    Eenden voeren is een gezellige bezigheid voor heel veel mensen. Men kan rekenen op dankbare eters, want eenden vinden het prima om lekkere hapjes gevoerd te krijgen. Toch is het niet verstandig om in het voorjaar en in de zomer eenden te voeren. Dit geldt overigens ook voor allerlei andere watervogels. Eenden worden er eerder door geschaad dan dat ze een dienst bewezen wordt. Waarom? Daar zijn verschillende redenen voor.

    De hoeveelheid voedsel die op een bepaalde plek aanwezig is, bepaalt namelijk hoeveel eenden er op die plek kunnen leven. En dat zijn er al snel meer dan de gemeente, de buurtbewoners of het vogelopvangcentrum wil. Het gevolg is dat er maatregelen moeten worden genomen om de eendenpopulatie te verminderen.

    Een van de maatregelen is afvangen. Afvangen betekent dat deze eenden worden gevangen en vervolgens moeten worden uitgezet. Afvangen brengt veel leed teweeg bij bijvoorbeeld eendenkoppels, die van elkaar gescheiden worden. Zij treuren daadwerkelijk om het verlies van hun partner, kroost of ouder.

    Het afvangen heeft daarnaast slechts een tijdelijk effect want de vrij gekomen plekken worden in een mum van tijd weer ingenomen door andere eenden.

    Gezondheid
    De gezondheid van de eenden wordt er ook niet beter op als ze gevoerd worden. Doordat ze het eten als het ware voorgeschoteld krijgen, hoeven eenden en andere watervogels geen moeite meer te doen om voedsel te krijgen. Ze zijn hierdoor te weinig in beweging en vliegen veel minder dan goed voor ze is. Met als gevolg dat ze lui en vadsig worden en hartklachten krijgen. Ook komt vitamine- en kalkgebrek voor, hetgeen ontstaat door het eenzijdige voedsel dat ze krijgen aangeboden. Ze sterven daardoor vaak voor hun 5e levensjaar, terwijl ze gemakkelijk zo’n 30 jaar oud hadden kunnen worden. Soortgenoten die hun eigen kostje bij elkaar moeten zoeken, vliegen veel meer, zijn fitter en kleiner van bouw.

    Verveling en verkrachting in de paar-/broedtijd
    In de broedtijd is het voeren van eenden al helemaal onverstandig. Want als eenden geen voedsel hoeven te zoeken, gaan ze zich vervelen. En waar kun je je als (toch al hitsige) eend het beste mee vermaken in deze periode? Jazeker, met je meest geliefde spelletje en dat is ophitsen, verleiden, paren en ruzie maken. De vrouwtjes spelen de mannetjes tegen elkaar uit, hetgeen hevige gevechten oplevert en de felste paringen vinden aan de lopende band plaats. Niet elke eend komt hierbij ongeschonden uit de ‘strijd’.

    Door zelf voedsel te moeten zoeken worden de eenden afgeleid van de paringsdrift. Door in de lente en zomer NIET te voeren slaat ook de verveling minder toe en zijn alle vervelende consequenties die dit heeft minder van toepassing.

    Gun eenden dat ze in een goede gezondheid samen met hun familie op hun eigen stek mogen leven. Voer ze dus niet in die maanden dat er volop voedsel voor ze te vinden is.

  • Eerste hulp voor egels

    Egels zijn nachtdieren. Tegen de schemering komen ze uit hun schuilplaats om eten te zoeken of nestmateriaal te verzamelen. Als een egel overdag buiten loopt, is er meestal iets mis.

    Egels die hulp nodig hebben, zijn egels die:

    • gewond zijn
    • overdag buiten lopen, vooral in de winter
    • weinig of niet bewegen en zich niet oprollen als ze worden aangeraakt
    • zich wankelend voortbewegen of in kringetjes lopen
    • snotteren, hoesten of een piepende ademhaling hebben
    • stinken (= gewond)
    • erg mager en/of uitgedroogd zijn
    • onderkoeld zijn (voel aan de buik van de egel, is deze koud dan is de egel onderkoeld)
    •  uit het water zijn gehaald
    • onder de vliegeneitjes en maden zitten en/of heel veel vlooien en/of teken hebben
    • baby-egels of een nest baby-egels zonder moeder.

    Een gezonde egel:

    • kijkt helder uit de oogjes
    • heeft een natte neus
    • maakt een levendige indruk en rolt zich op bij aanraking.

    Eerste hulp voor egels

    • Pak de egel op met dikke handschoenen of leg eerst een handdoek over de egel heen. Let op: egels kunnen bijten.
    • Plaats de egel in een hoge kartonnen doos, kist of kattenmandje.
    • Leg een laag kranten op de bodem en probeer een nest te maken van oude lappen of handoeken.
    • Laat een handdoek over de egel heen liggen (wel zo dat het beestje kan ademen), dit beperkt stress en onrust.
    • Houd de egel warm door een kruik of fles warm water met handdoek er omheen bij de egel te plaatsen.
    • Geef de egel wel voldoende ruimte om van de warmtebron af te kunnen kruipen.
    • Geef water en eventueel wat kattenvoer (blik). Nooit melk!
    • Ga nooit zelf dokteren, zorg voor egels is te complex.
    • Neem contact op met de dierenambulance om de egel naar een egeldeskundige te brengen of breng de egel zelf naar een speciale egelopvang (in onze regio kunnen egels naar de Wildopvang Krommenie (WOK) worden gebracht).
  • Huidmadenziekte (myasis) bij konijnen

    Als aan het eind van het voorjaar de dagen warmer en vochtiger worden, sterven regelmatig konijnen aan huidmadenziekte (myasis). De huidmadenziekte wordt veroorzaakt door de groenblauwe vlieg, die in deze periode tevoorschijn komt. Ze ruimen uitwerpselen op van onder andere katten, honden en kippen, maar zoeken ook naar een geschikte plaats waar ze hun eitjes kunnen leggen zoals op het achterwerk van schapen en konijnen.
    Ze leggen eitjes in de aangekoekte uitwerpselen of op vieze en/of aangetaste huid. Ze hebben een voorkeur voor de onderkant van de staart en tussen de achterpoten. Madenziekte kan bij warm vochtig weer in 24 uur ontstaan. De maden die zich ontwikkelen eten zich in minder dan 4 uur naar binnen in het dier! Zonder snelle behandeling kan uw konijn binnen 2 dagen sterven.
    Een besmet konijn heeft duidelijk pijn, is stil, zit vaak te rillen en zijn/haar achterkant is rood en vies.

    De dierenarts zal het konijn zo snel mogelijk behandelen. De achterkant wordt geschoren en gewassen. De maden worden één voor één met een pincet verwijderd. De plekken worden gedesinfecteerd en ingesmeerd met een parasietdodend middel. Het konijn zal pijnstilling en antibiotica krijgen en indien nodig een infuus en dwangvoeding. Daarna moet het konijn regelmatig worden gecontroleerd of er nog maden aanwezig zijn.

    Preventie van de madenziekte

    • Houd het hok goed droog en schoon en controleer het konijn iedere dag onder de staart op aangekoekte ontlasting, natte vacht en wondjes over het gehele lichaam. Als de achterkant vies is, kun je deze schoonmaken met lauwwarm water. Konijnen hebben een gevoelige huid, dus gebruik alleen water of een speciale konijnenshampoo. Belangrijk is om daarna de achterkant weer goed droog te maken!
    • Een regelmatig vuil achterwerk wijst meestal op problemen met het maagdarmkanaal. Dit kan het gevolg zijn van een slecht gebit, voedingsfouten, ziekte of een verstoorde darmflora. Ga met een konijn met deze problemen naar uw dierenarts.
  • Jonge haasjes

    Bron: Dierenbescherming Noord-Holland Noord

    Vanaf het vroege voorjaar worden weer jonge haasjes geboren. In het open veld kan men een nestje of een enkel haasje aantreffen. Laat de diertjes niet ’t haasje worden en raak ze niet aan! De Dierenbescherming wil wandelaars met een oproep waarschuwen om gevonden haasjes niet op te pakken en met rust te laten. Uit onwetendheid denkt men vaak dat een alleen zittend babyhaasje door zijn moeder in de steek is gelaten, maar niets is minder waar.

    Hazen hebben de voorkeur voor open landschap, zoals weidegrond met hier en daar wat beschutting zoals houtwallen of een bosje. De jonge haasjes worden doorgaans in de polder geboren in een leger, dat is een ondiepe een kuil in de grond. Soms wordt er maar een haasje geboren, maar meestal bevat een nestje 2 tot 5 jongen. Na een paar dagen gaan de jonge haasjes elk een kant op. Ze zitten laag tegen de grond aangedrukt en vallen nauwelijks op. Anders dan veel mensen denken, graven hazen geen holen onder de grond zoals konijnen dat doen. Als men gaat wandelen en zo’n klein haasje open en bloot aantreft in het veld, denkt men al snel dat dit een zielig haasje is, dat door de moeder is achtergelaten. Maar dat is echt niet zo, moeder haas is in de buurt en zorgt erg goed voor de kleintjes. Vlak na zonsondergang verzamelt de hele familie zich bij het leger waar de jongen geboren zijn. Dan worden ze gezoogd en gaan daarna weer ieder een kant op. Heel slim natuurlijk, want als er een vijand langskomt is slechts een kleintje ’t haasje en niet het hele nestje.

    Daarom adviseren wij u dat als u tijdens het wandelen een haasje in het veld ziet: afblijven, gewoon laten zitten en nooit aanraken. Moeder haas is in de buurt en de kleintjes zijn nergens beter af dan in de natuur.

    Uitzondering
    Als een haasje zich op een onveilige plek bevindt, bijvoorbeeld vlak langs een verkeersweg, of op een voetbalveld of sportterrein, bel dan de dierenambulance. De dierenambulance brengt de jonge haasjes naar een opvangcentrum.

  • Jonge vogel gevonden?

    Bron: Wildopvang Krommenie

  • Jonge vogels met rust laten

    Bron: Vogelopvang de Strandloper

    Hoe kan je jonge vogels helpen?
    In bijna alle gevallen luidt het advies: door ze met rust te laten.

    Toegegeven, een jong piepend tuinvogeltje dat niet kan vliegen en wat onnozel op de grond of een laaghangend takje wipt, ziet er natuurlijk hulpeloos uit. Vanwege het warme weer hebben ze vaak ook nog hun bek de hele tijd open om af te koelen. Daardoor lijken ze nog kwetsbaarder.
    De ‘hulp’ van mensen verstoort het natuurlijke proces. Ouders en hun jongen doen onnodig veel stress op en dat vermindert zelfs de kans op overleving. Bijna 80% van alle jongen sterft en dat is in de natuur normaal. Daarom krijgen ze ook zoveel jongen.

    Jonge vogels
    Jonge vogels die voor het grootste gedeelte nog naakt zijn (onbevederd of net zichtbaar), zijn ‘nestjongen’. Deze vogels blijven in het nest en de ouders voeren hen daar. Ze worden als er iets fout is, meestal direct onder het nest gevonden. Dit kan gebeuren door harde wind (storm) of omdat het door een nestgenoot uit het nest is gewerkt of uit het nest is gehaald door katten of anders vogels.

    Wat nu te doen wanneer je zo’n nestjong vindt buiten het nest?
    Het beste is om hem terug te plaatsen in het nest, als dit mogelijk is. Kun je om één of andere reden niet bij het nest komen, dan kan het volgende worden geprobeerd (dit is ook de procedure wanneer een heel nest op de grond is gevonden).
    Maak een kunstnest door een boterkuipje o.i.d. te nemen. Maak enkele gaten in de bodem om water af te kunnen voeren. Maak een nestholte met keukenpapier en plaats het kunstnest zo dicht mogelijk bij het originele nest. Tenslotte plaats je het nestjong(en) erin en laat het verder met rust. De ouders komen meestal al snel terug en voeren het jong net als in het originele nest. Een jonge vogel die onbevederd is, moet namelijk om de 15 – 20 minuten gevoerd worden, van zonsopgang tot zonsondergang ’s avonds 22.00 uur! We adviseren alleen jonge vogels op te laten halen als je zeker weet dat de oudervogel dood is, of als de jongen gewond zijn.

    Komen de ouders nog wel terug als ik de vogel al heb aangeraakt?
    Vaak gelooft men dat de ouders niet meer terugkeren naar hun jongen, nadat ze door mensen zijn aangeraakt. Dit is absoluut niet waar! De meeste vogels kunnen slecht ruiken (uitgezonderd gieren) en zullen het dus niet erg vinden dat je de jongen hebt aangeraakt. Ze maken zich wel druk als je te dicht bij hun jongen komt.

    Uitvliegende jonge vogels
    In de lente ziet men vaak jonge vogels schaars bevederd op de grond onder een boom zitten en neemt men automatisch aan dat het uit het nest gevallen is en geholpen moet worden. In dit stadium van de ontwikkeling van vogels noemen we de jongen ‘uitvlieger’. Het is normaal dat zulke jongen uit het nest springen of vallen. Ze zijn nu in het stadium van de ‘vliegtraining’. De ouders voeden het jong constant op de grond totdat hij in staat is te vliegen (duurt meestal enkele dagen). Tenzij ze gewond zijn, moeten deze vogels met rust gelaten worden op de plek waar ze zijn. Probeer kinderen, honden en katten uit hun buurt te houden, zodat de ouders kunnen doorgaan met het grootbrengen van hun jong.

    Dreigt er gevaar van honden en katten?
    Als een jonge vogel wordt bedreigd door een hond of kat, breng de vogel dan niet direct naar de opvang. Probeer liever het huisdier uit de buurt te houden, zolang de vogel er zit. Echter: wanneer de vogel al is aangevallen of beetgepakt door het huisdier en gewond is, breng het jong dan zo snel mogelijk naar de opvang. Het liefst binnen één uur, maar altijd nog op dezelfde dag.

    Wanneer je echt een verlaten jong vindt, doe dan alstublieft het volgende:

    • Laat de jonge vogel zo snel mogelijk ophalen door de dierenambulance; hoe langer je wacht, des te minder de kans dat hij het overleeft. Houd de jonge vogel warm en op een rustige, donkere plaats totdat hij wordt opgehaald.
    • Zet de jonge vogel in een klein doosje, leg onder in het doosje tissuepapier en leg een handdoek over de bovenkant.
    • Laat de vogel zoveel mogelijk met rust en kijk niet steeds onder de doek hoe het met hem gaat. Stress is dodelijk.
    • Geef de jonge vogel geen vocht of voedsel. Vaak komt het in de luchtpijp terecht.
    • Zet jonge donzige eendjes niet in een bak met water. Hun veren zijn nog niet waterdicht en ze zullen dus te snel afkoelen en doorweekt raken.

    Onthoud het volgende:

    • Een jonge vogel heeft de beste overlevingskansen wanneer het grootgebracht wordt door zijn eigen ouders. Probeer dus altijd eerst het jong terug te plaatsen.
    • Laat een jong alleen ophalen wanneer je er alles aan hebt gedaan om het met de ouders te herenigen en dit niet gelukt is. Probeer niet zelf het jong groot te brengen!
    • De meeste vogels zijn beschermd door de Natuurbeschermingswet. Het is dus absoluut verboden om wilde vogels in je bezit te hebben zonder een vergunning.

    Als u niet weet wat te doen, schroom dan niet en neem direct contact met ons op: 0251-215454.

  • Katten niet voeren

    Het komt regelmatig voor dat een kat elders te eten krijgt en daardoor niet meer terug naar zijn huis gaat. We weten dat mensen dit doen uit goedheid en liefde voor de dieren, maar we willen hier toch wat advies over geven.

    Doordat de kat niet meer thuis komt eten, is de eigenaar zijn kat kwijt en geeft deze als vermist bij ons op. Degene die hem eten geeft denkt dat de kat een zwerver is en blijft hem vaak eten geven. Als de kat geluk heeft bellen deze mensen ons en kunnen wij kijken of de kat gechipt is, of als vermist vermeld staat en geven hem zonodig een telefoonbandje om (als de kat in goede gezondheid is). Is de kat niet in een goede gezondheid dan nemen we de kat mee en indien nodig laten we de kat door een dierenarts nakijken. Lees verder onder Zwerfkatten telefoonbandje.

    Om een voorbeeld te geven: we hebben een melding van een kat gehad die al een tijd in een bepaalde buurt rondliep en er slechter uit ging zien. Hij kreeg bij verschillende huisjes wat eten. Aangezien de kat uitgedroogd en vermagerd was, hebben we de kat meegenomen naar onze locatie. Helaas had de kat geen chip dus hebben we een foto en een goede omschrijving van de kat gemaakt met de bedoeling deze foto op onze website te zetten. De centralisten kijken altijd voor ze een kat op de website en Facebook laten zetten of de gevonden kat misschien overeenkomt met een vermistmelding en in dit geval was dat gelukkig ook zo. De kat bleek al 2 maanden van huis weg te zijn en was nu een paar straten verder gevonden. We hebben de kat en de eigenaar weer kunnen herenigen!

    Ons advies

    • Geef alleen uw eigen kat te eten.
    • Een kat kan om medische redenen op speciaal voer staan, ander voer doet hem meer kwaad dan goed.
    • Als u denkt dat er een zwerver rondloopt, kunt u ons bellen (wel de kat even binnen houden) en komen we kijken.
  • Zwerfkatten telefoonbandje

    Regelmatig krijgen wij telefoontjes van mensen die in hun buurt een zwerfkat hebben. Maar is het een zwerfkat of heeft hij toch een eigenaar? Om hier achter te komen vragen we de mensen de kat ’te vangen’ en even op te sluiten in bijvoorbeeld de schuur, keuken of bijkeuken. Dan weten wij zeker dat de kat er is als wij langskomen.

    Als de kat een halsband heeft controleren we of hier een adreskoker aanhangt. Vervolgens controleren we of de kat een chip heeft. Is dit het geval dan kunnen we meestal de eigenaar eenvoudig achterhalen. Soms lukt dit niet omdat de eigenaar verhuisd is en het nieuwe adres niet bekend is bij de databank waar het chipnummer geregistreerd staat.
    Als de kat niet gechipt is, dan bellen we met onze centrale om te kijken of de kat als vermist is opgegeven. We geven de beschrijving en het geslacht van de kat door en de centralist kijkt of er een overeenkomst is. Het is daarom erg belangrijk dat als iemand zijn kat als vermist opgeeft we een duidelijke foto van de kat krijgen.
    Als er geen match is, kijken we de gezondheid van de kat goed na.  Vinden we dat de kat door een dierenarts moeten worden nagekeken, dan laten we dat doen. Indien de dierenarts besluit dat de kat gezond genoeg is om weer uitgezet te worden, doen we dat. Is dit niet het geval dan krijgt hij de eerste zorg bij de dierenarts en wordt hij vervolgens naar het asiel gebracht om daar verder medische zorg te krijgen.

    Telefoonbandje
    Als de kat gezond is, nemen we de kat niet direct mee. We doen de kat in een telefoonbandje om. Het telefoonbandje lijkt op een bandje dat mensen omkrijgen als ze opgenomen worden in het ziekenhuis. Op dit telefoonbandje staat het verzoek aan de eigenaar om contact met ons op te nemen op het bijbehorende telefoonnummer. Als de kat dan thuis komt, kan de eigenaar ons doorgeven dat de kat terecht is.
    De ambulancerijder maakt altijd een foto van de kat en deze wordt op onze site bij de gevonden dieren gezet. Als de kat na 5-7 dagen nog steeds met het telefoonbandje rondloopt dan kan opnieuw met ons contact opgenomen worden en komen we de kat ophalen. De kat blijft dan nog 3 dagen bij ons in een kattenverblijf en gaat hierna door naar het asiel.

    Wij doen dit om een aantal redenen. Als we alle katten direct zouden meenemen, zouden de asielen overvol raken. Daarnaast heeft zo’n kat toch vaak wel een eigenaar en dan wordt de kat dus ten onrechte in het asiel geplaatst. Aan het meenemen van een kat zijn voor de eigenaar ook kosten verbonden. De eigenaar is dus niet blij als hij de kat mist en hier nog voor moet betalen ook. Daarom geven we de kat altijd de gelegenheid om naar zijn eigenaar terug te gaan.

    Niet voeren
    Om de kat ook echt de gelegenheid te geven terug te gaan naar zijn eigenaar is het belangrijk de kat geen eten te geven. Als de kat ergens lekker eten krijgen, zal deze blijven terugkomen. Nog beter is het zelfs om de kat weg te jagen, hoe gemeen dat ook klinkt. Maar vaak blijkt dit lastig.